Na het vroegtijdig overlijden van Cornelis heeft Anna eerst in de behoefte van haar gezin voorzien "door te naaien - alles met de hand - voor de boeren" (aldus Mw. Waarsenburg-Schilperoort). Zij heeft volgens het Delftse bevolkingsregister gewoond:
Van 13 feb. 1888 - 2 apr. 1888 Oostsingel 3a
van 3 apr. 1888 - 20 mei 1891 Oostsingel 29 en
van 21 mei 1891 - 1894 Oostsingel 31
In de Delftse adresboeken had zij een kruidenierswinkeltje in
1894 Oostsingel 35
1895 - 1899 Oostsingel 31
1900 - 1908 Oostsingel 1 (naast haar (aangetrouwde) nicht Francisca van Oosten-Schilperoort, diens man en hun kinderen)
1913 - 1922 woonde Anna in bij haar getrouwde dochter Hendrica in de Gasthuislaan 79a, ze had boven een kamertje met een bedstee.
Daar werd ze 3 maart 1922 's-morgens dood aangetroffen door Hendrica, toen die haar haar ontbijt bracht. Het trapje naar boven was zo smal en vervallen dat Anna's lijk langs een plank naar beneden moest worden gegleden en beneden pas kon worden gekist.
"Opoe was zwaar op het geweten. Tranen stroomden soms langs de bank wanneer zij te communie was geweest. Ze vertelde ons altijd, dat de pastoor iedereen op zijn sterfbed voorhield: Wil je in de hemel komen, dan moet je alles aan de kerk afstaan! Verder was ze een enorm energieke en spitse vrouw, die zich ook voor heel veel interesseerde. Tenslotte was het bij haar altijd een zoete inval. Mijn vader was gek op haar, hij was ook min of meer haar toevlucht toen ze met haar grote gezin alleen kwam te staan" (aldus Mw. Waarsenburg-Schilperoort).
Verzamelalbum van H.C. Waarsenburg-Schilperoort
Verzamelalbum van H.C. Waarsenburg-Schilperoort
Version 7.00 - exp Copyright © 1998-2013